Het seizoen 2005-2006 begon in feite al in mei met de mededeling dat coach Richard de Wilde na vijf seizoenen ging stoppen als hoofdcoach van het Nederland vrouwenteam. Marion Pepels was na het vorige WK gestopt als speelster en werd gevraagd om voorlopig de trainingen te verzorgen. In augustus trad Marino Simons toe tot de technische staf en het nieuwe duo was bereid om de technische leiding van het nationaal vrouwenteam op zich te nemen. Allereerst werden zeven speelsters van het U16 team toegevoegd aan de A-selectie, want de groep speelsters van het grote Oranje was in korte tijd om uiteenlopende redenen flink uitgedund. Zwangerschap, wereldreis, werk, motivatieproblemen waren bij verschillende speelsters de reden waarom zij niet verder konden of wilden met het nationaal vrouwenteam. Dit seizoen stond er gelukkig geen WK op het programma, dus kon de groep in alle rust werken aan het nieuwe concept met meer breedte en diepte in het spel, waarbij alles erop was gericht om de puck in eigen bezit te houden. Daarbij werd tijdens de trainingen heel veel aandacht besteed aan allerlei technische aspecten van het ijshockey.
In december 2005 werd voor het eerst sinds lange tijd weer eens tegen België gespeeld en daar lieten de jonge speelsters zien dat zij goed uit de voeten tussen hun oudere, meer ervaren collega’s. Captain Maaike Hoogewoning moest maar liefst vier keer de puck bij de scheidsrechters gaan halen, omdat een jonge speelster haar eerste internationale doelpunt had gemaakt. Nederland won de wedstrijd overigens met 6-4. In januari van het Olympisch jaar 2006 werd bekend dat het Nederlands vrouwenteam in maart toch nog aan een internationaal IIHF-toernooi zou deelnemen, namelijk de zogeheten IIHF Challenge in Valmiera in Letland. Daar moest Oranje de degens kruisen met Letland, Noorwegen (beide Division I) en Estland, een nieuweling in het internationale vrouwenijshockey. De eerste training na deze bekendmaking zat de kleedkamer vol, maar beide coaches hielden vast aan hun selectiebeleid. “Wij selecteren op basis wat wij zien in de trainingen!” Ben je er niet, dan zit je er dus niet bij.|
Op 16 maart 2006 stapten twee keepers, 16 veldspeelsters en vijf mensen van de begeleiding op Schiphol in het vliegtuig naar Praag, waar de aansluitende vlucht naar Riga genomen werd. Omdat het toestel in Amsterdam vertraging had werd in Praag de aansluiting gemist. Het is niet eenvoudig om een groep van 23 passagiers om te boeken, maar door te splitsen in twee groepen bereikte men uiteindelijk Riga. Eén groep via Kopenhagen en Helsinki en de andere helft via Warschau. Daarna volgde nog een busreis van 2 uur van Riga naar Valmiera en kon iedereen uiteindelijk om 4 uur in de ochtend naar bed. Niet ideaal want om 11.00 uur stond de eerste training op het programma in de aanloop naar de eerste wedstrijd ’s avonds om 20.00 uur tegen Letland. De nieuwe hal zat bomvol en het thuispubliek hoopte op een doelpuntenfestijn. Maar het jonge Nederlands team begon voortreffelijk en stond na 20 minuten met 2-1 voor. Na de tweede periode was er nog altijd een voorsprong van 3-2 voor Oranje. Het publiek werd er helemaal stil van. Maar toen Letland in de derde periode gelijk maakte, werd het een heksenketel. Dertig seconden voor tijd scoorde Letland de verlossende 4-3 en zeven seconden later werd het zelfs nog 5-3. De grotere ervaring van Letland in dit soort situaties gaf de doorslag en zorgde voor de overwinning, maar het jonge team uit Nederland (met zes nieuwkomers) kreeg van de andere coaches en officials uitstekende kritieken.
Tijdens de tweede wedstrijd tegen Noorwegen ging de vermoeidheid van de lange reis Nederland parten spelen. Oranje verloor dan ook ruim met 1-7. De derde en laatste wedstrijd, tegen het zwakkere Estland, werd met 5-0 overtuigend gewonnen. Bij de verkiezing van beste speelsters van het toernooi werd Nadia Zijlstra uitgeroepen tot beste keepster.
Interlands in 2005-2006:
Nederland-België 6-4
Letland-Nederland 5-3
Nederland-Noorwegen 1-7
Nederland-Estland 5-0