Ook in Groningen hebben ze een geschiedenis met Heerenveen. Die geschiedenis begon in het seizoen 1973-1974. De Groninger IJshockey Stichting (GIJS) had de tweede divisie gewonnen en het Heerenveense Thialf was voor de tweede opeenvolgende keer laatste geworden in de eerste divisie, destijds de hoogste vaderlandse ijshockeycompetitie. In de eerste onderlinge wedstrijd ging thuisclub GIJS kansloos onderuit (0-7), maar de terugwedstrijd in Heerenveen - toen voor de Friezen winst van de nacompetitie op het spel stond - was een heel ander verhaal. In een enerverend duel dat een aantal keer wordt onderbroken om de gemoederen te bedaren, wint Groningen uiteindelijk met 9-11. Een ijshockeyderby is geboren. Vanaf dat moment betekent een wedstrijd tussen Groningen en Heerenveen steevast spanning en sensatie. Ook in de hoogtijdagen van de Feenstra Flyers maakt GIJS het de Friezen altijd lastig. Zo wint Groningen in het seizoen 1977-1978 de reguliere competitie. In de eindronde - een minicompetitie met vier teams - zijn uiteindelijk de wedstrijden tussen Groningen en Heerenveen beslissend. De eerste wedstrijd is in Heerenveen: de Friezen winnen met 5-3. De volgende dag is de return in Groningen: het team dat wint is kampioen. In een bloedstollend spannende wedstrijd scoren de Flyers een paar minuten voor het einde de winnende treffer (1-2). Beide teams komen op acht punten, maar door het onderlinge resultaat is Heerenveen kampioen. Het seizoen daarop gaat de eindstrijd wederom tussen de twee Noordelijke rivalen. In de eindronde is voor Heerenveen tien punten uit de zes wedstrijden genoeg om de derde van de zeven titels op rij te winnen. Groningen wordt tweede met zes punten. In de onderlinge wedstrijden houden de teams elkaar in evenwicht: 1-6 in Heerenveen en 5-7 in Groningen. Seizoen 1985-1986 is er veel veranderd. Heerenveen is onttroond en inmiddels een subtopper geworden. Drie 'grote mannen' - samen goed voor zo'n 300 kilo - zijn vanuit Friesland naar Groningen gekomen: Johan Toren, de Groninger de terugkwam, en de Nederlandse Canadezen Wayne van Dorp en Leo Koopmans. Laatstgenoemde is de speler/coach. Samen met de Nederlandse Canadezen Rick van Gog en Andy Strijker, de 'imports' Bob Bergloff en Bob Ginetti en de Groningers Gerard Carras, Herman Carras en Henk Keyzer, vormen zij de basis van een team dat in de eerste helft van het seizoen maar moeizaam op gang komt. In de bekercompetitie (over 16 wedstrijden) eindigen de Groningers op de zesde plaats. Een bekercompetitie die overigens verassend door Kemphanen Eindhoven wordt gewonnen. Het vervolg van het seizoen gaat het Groningen een stuk beter af. In de reguliere competitie eindigt het team op de eerste plaats. Geleen is de grootste concurrent in de eindronde. Doordat de Limburgers in Eindhoven en Tilburg steekjes laten vallen en de Groningers zelf geen fouten maken, kan Lada GIJS Groningen op de voorlaatste speeldag uit in Heerenveen het kampioenschap binnenhalen. Met een 3-6 overwinning in het hol van de leeuw pakt GIJS de titel. En net als Amsterdam dat een jaar eerder deed, bevrijdt ook Groningen zich door die winst in één klap van een complex van jaren. Rotterdam: geen dynasty, wel een topclub (1987-1990) Zonder over een eigen ijsbaan te beschikken, nam IJHC Rotterdam in de jaren '60 op het hoogste niveau deel aan de competitie. Begin jaren '70 - wanneer in Ahoy een ijsvloer kan worden gelegd en buiten Ahoy een openlucht ijsbaan ligt - zijn de Rotterdammers betrokken bij het Raak-avontuur. Raak IJshockey Den Haag is een samenwerking tussen IJHC Rotterdam en IJHC Den Haag. In het eerste seizoen dat Raak actief is, 1972-1973, maken zes Rotterdammers deel uit van de selectie en wordt een aantal thuiswedstrijden gespeeld in Ahoy. Als een jaar later Raak IJshockey ophoudt te bestaan, gaat IJHC Rotterdam weer verder zijn eigen weg. Het seizoen 1985-1986 winnen de Rotterdammers - inmiddels spelend in de Weenahal - de tweede divisie. Voorzitter Willem van 't Wout heeft dan grootse plannen. Van Nijmegen weet hij Harrie van Heumen, Ben Tijnagel en Robbert Prick van Wely los te weken. Uit Den Bosch komen Mari Saris, Ruud Molenaar en keeper Michel Geisterfer. Zijn captain Ron Berteling haalt Van 't Wout uit Amsterdam. Dave Morisson - een 'import' met de status Nederlander - die de Rotterdammers als speler-coach naar de titel in de tweede divisie had geleid, blijft als speler. Hij krijgt gezelschap van Phil McKenzie - ook een statusspeler, eerder onder andere actief in Den Haag en Amsterdam - en van Andy Otto, Angelo Cantenaro en Jeff Nate. De hulptroepen die Rotterdammers als Cees van Peet, Walter van der Meer, Ron Huykman en Wouk van 't Wout komen bijstaan, blijken voldoende om in het debuutseizoen al de dubbel binnen te halen. Seizoen 1986-1987 wint IJHC Rotterdam Pandas zowel de beker als het kampioenschap van Nederland. Als het seizoen daarop Rick van Gog, Leo Koopmans (beiden uit Groningen), Bert Hille (uit Amsterdam) en Jorma Mantere (uit Nijmegen) naar de Maasstad komen, lijkt daarmee de stichting van de volgende Nederlandse ijshockeydynastie een definitief feit. Seizoen 1987-1988 is Turbana Panda's Rotterdam het te kloppen team. De beker gaat echter naar outsider BP Flyers Heerenveen. En ook in de strijd om het kampioenschap van Nederland laten de Panda's het afweten. In de halve finale van de play-offs verliezen ze van Spitman Nijmegen, het team dat vervolgens in de finale bekerhouder Heerenveen verslaat. Rotterdam-voorzitter Van 't Wout is echter niet van plan het erbij te laten zitten. Mike Fedorko, de coach van het kampioensteam van 1986-1987, wordt teruggehaald. Hetzelfde geldt voor Andy Otto, de snelle 'import'-verdediger die ook aanvallend het nodige kan brengen. Uit Tilburg komt 'import'-aanvaller Sean Simpson en uit Nijmegen de verdediger Bill Wensink, een Nederlandse Canadees. In de bekercompetitie moeten de Rotterdammers het team uit Nijmegen nog voor laten, maar aan het einde van het seizoen gaan de Turbana Panda's er met de hoofdprijs vandoor. Ook in de aanloop naar het volgende seizoen laten de Panda's zich niet onberoerd op de nationale transfermarkt. Jan Bruysten en de Nederlandse Canadees Ralph Vos komen uit Nijmegen, Robert Herckenrath (ex-Nijmegen) uit Heerenveen en Appie Bood (ex-Den Haag) uit Amsterdam. Van overzee haalt General Manager Fedorko de spelers Eddy Ljubicic en Jamie Richmond en coach Don Cameron. Gunco Panda's Rotterdam - dat is inmiddels de naam - is het seizoen 1989-1990 oppermachtig: zowel de beker als de kampioenstitel worden met grote overmacht binnengehaald. In de Europacup brengen de Rotterdammers het tot de halve finale. Succes in Utrecht (1990-1992) De club uit de Domstad debuteert in het seizoen 1971-1972 op het hoogste niveau. Gedurende de rest van het decennium komen de Utrechtenaren daar nog vijf keer uit, drie keer acteren ze op het tweede plan. Het seizoen 1975-1976 is Utrecht middenmoter, maar de andere seizoenen gaat het minder. Tot het einde van de jaren '80 zet die trend zich voort. De seizoenen 1980-1981 en 1985-1985 verblijft het team in de onderste regionen van de topdivisie, zeven andere seizoenen in een divisie lager. Als Utrecht in het seizoen 1989-1990 na vier seizoenen weer een licentie voor het hoogste niveau weet te bemachtigen, waait er een frisse wind. Na twee seizoenen in Canada, vijf in Heerenveen en vier in het Oostenrijkse Klagenfurt, is Tony Collard teruggekomen naar de plaats waar hij zijn jeugdijshockey speelde. Ook andere Utrechtenaren zoals Frank Versteeg, John Versteeg en John Koren keren terug naar hun moederclub. Bosschenaar Antoine Geesink komt uit Heerenveen, Hagenaar Gerard van Hunen uit Amsterdam. Maar zeker zo belangrijk, voorzitter Ron Galliart contracteert Doug Mason, die een seizoen eerder bij de tweede divisieclub Eindhoven zijn debuut als trainer/coach had gemaakt. Met Collard, Van Hunen en de 'imports' Dan Durdle en Paul Houck in de top-10 van topscorers, respectievelijk met 97, 71, 74 en 81 punten, was er genoeg offensieve power om het iedere tegenstander lastig te maken. Het team eindigt op de vierde plaats en verliest de beslissende wedstrijd in de halve finale na verlenging en penaltyshots van de latere kampioen Rotterdam. Seizoen 1990-1991 komen de Fries Johan de Vries, de Belg Mike Pellegrims en de Canadees Kip Noble de defensie versterken. Met de komst van Groninger Mark O'Brien beschikt Mason, naast Chad Kambeitz, over een tweede uitstekende keeper. Grote concurrent is regerend kampioen Rotterdam, met nagenoeg hetzelfde team op jacht naar meer. Maar ook Tilburg, dat sinds halverwege de jaren '80 niet echt meer in de bovenste regionen had meegedaan, is een factor om rekening mee te houden. In de bekerfinale - de eerste in Eindhoven - verslaat Rotterdam de Peter Langhout Reizen uit Utrecht nog met 8-3. In de eindronde van de competitie verliezen de mannen van Mason twee keer van Rotterdam. Ook de uitwedstrijd in Tilburg gaat verloren, maar de thuiswedstrijd is een voorbode van de enorme potentie van de ploeg (12-1). De halve finale van de play-offs is een best-of-two, nummer twee Rotterdam treft nummer drie Utrecht. In Rotterdam wordt het 1-2. De tweede wedstrijd in Utrecht eindigt in een 10-1 monsterzege. In de best-of-five-finale wacht Tilburg, dat in de andere halve finale Geleen heeft uitgeschakeld. Met een 1-4 overwinning in de vijfde wedstrijd in Tilburg halen de Utrechtenaren het kampioenschap binnen. Het seizoen 1991-1992 zet Pellegrims, de Belg die als jeugdspeler naar Nederland kwam, zijn carrière voort in Frankrijk. Zoals later zou blijken, een tussenstop naar het grote werk in de Duitse DEL. De succesvolle 'imports' Houck, Noble en (Brad) McCaughy keren niet terug naar Utrecht. En coach Mason tekent een contract in Italië. Johan Toren, oud-speler van Groningen en Heerenveen en in die jaren ook actief als assistent-bondscoach, volgt hem op. Er komen nieuwe 'imports' en op de nationale transfermarkt worden Hein van de Heuvel en Henk Hille aangetrokken. Het seizoen verloopt aanvankelijk nogal stroef. In de eerste ronde van de beker verliest Pro Badge Utrecht in een best-of-two van Rotterdam. 'Imports' worden gewisseld en rond de kerst komt Doug McKay als vervanger voor coach Toren. Met de nadruk op een hechte defensie weet Mckay het team via een tweede plaats in de reguliere competitie naar de play-offs te loodsen. Daar wacht een bekende tegenstander: de Panda's uit Rotterdam, op één punt de nummer drie van de reguliere competitie. De best-of-five-serie klaren de Utrechtenaren in drie wedstrijden. Ook de andere halve finale kent dezelfde samenstelling als het seizoen daarvoor. Dit keer weet nummer vier Geleen echter wel de nummer één uit Tilburg te verslaan. De finale wint Pro Badge Utrecht in vier wedstrijden.