Ondanks een te verwaarlozen voorbereiding maakte Nederland een indrukwekkende entree in 'hoger sferen' (Ljubljana 1974). Alleen al het feit dat Nederland zich wist te handhaven was een eclatant succes voor coach Bob Jastremski en diens manschappen. Die waren voornamelijk gerekruteerd uit Tilburg Trappers dat 9 Oranje-klanten leverde. Dat garandeerde in elk geval enige homogeniteit en evenwicht. Na een vliegende start tegen Roemenië (7-5) nam Nederland met liefst 7-0 tegen Noorwegen revanche voor het feit dat de Noren een jaar eerder Nederland de toernooi-zege hadden afgepikt. Na twee dagen 'Holland Festival' was het echter met het winnen gedaan. De nederlagen waren weliswaar eervol maar het bleven nederlagen. Een draw (3-3) tegen Oostenrijk, te danken aan de gelijkmaker van Leo Koopmans 200 seconden voor het einde, leverde het vijfde punt én de vijfde plaats op. En tegelijk internationale erkenning want achter Zweden, Finland en West-Duitsland was Nederland op slag de vierde ijshockeynatie van West-Europa. Een buitenbeentje in het team was Eindhovense Theo Habraken, tevens rolhockey-international en twee weken na Ljubljana als rolhockeyprof actief in Italië. De vedette van het team was evenwel doelman Gerry Göbel die voor de tweede maal werd uitgeroepen tot de beste doelman van het wereldkampioenschap. Twee jaar eerder viel hem in Miercurea Ciuc die eer ook al te beurt. Dick Decloe tenslotte bevestigde zijn faam als goalgetter: hij kwam met 14 punten (10-4) maar één puntje te kort voor de eerste plaats op de topscorerslijst. Drie jaar zou Nederland zich daarna nog handhaven in de B-groep. Maar het boette in aan overtuiging en kwaliteit. 1975 (Sapporo) werd een regelrecht rampjaar. Ondanks de entree van de Limburgse Tsjechen Anton en Vosatko en ondanks de komst van Henri Hunting, die speciaal voor deze gelegenheid uit Canada kwam overvliegen, eindigde Nederland met een door tweedracht gespleten ploeg als laatste. Dat degradatie werd ontlopen was enkel en alleen te danken aan de omstandigheid dat een jaar later de A-groep werd uitgebreid van 6 naar 8 landen. Met een zesde plaats in 1976 (Biel/Aarau), op de valreep bevochten via overwinningen op Bulgariie (5-2) en Italië (9-3), rehabiliteerde Nederland zich een jaar later voor de Japanse miskleun. Wat jullie kunnen met Nederlandse Canadezen, kunnen wij ook, mopperden echter de gedegradeerde Italianen. Vanaf dat jaar putte ook Italië, naar goed Nederlands voorbeeld, rijkelijk en met succes uit het Noord-Amerikaanse reservoir.