In Nederland werd voor het eerst in januari 1929 ijshockey gespeeld. Twee Belgische ploegen kwamen op de Haarlemse ijsbaan een demonstratie geven. Dat het juist Belgen waren was niet zo vreemd. België behoorde in die tijd tot de sterkste landen van Europa. Bijna niemand weet het, maar de Belgen behaalden m 1913 te München de Europese titel en werden in 1927 te Wenen tweede van Europa achter Oostenrijk. Dat Belgische team bestond uit doelman Hector Chootteau; Roger Bureau en, Louis Franck in de verdediging en Pierre van Reyschoot, Willy Kreitz en David Meyer als voorhoede. Er was maar één wissel-speler: Collon. Ook de leiding van de internationale ijshockeyfederatie was lange tijd in Belgische handen met Paul Loicq als voorzitter en André Poplimont als secretaris.
De wedstrijd Baarn's Lyceum versus H.H.IJ.C. op zondag 17 december 1933 te Haarlem.
De bekendste Belgische speler en official is ongetwijfeld de Antwerpenaar Sjefke Lekens, die in 1923 met ijshockey begon en na de oorlog zelfs nog tegen Nederland op het ijs kwam. Lekens was ook van de partij bij die eerste demonstratie in Haarlem. 'Het was een heel strenge winter, maar natuurlijk moest het op die zondagmiddag, dat wij de demonstratie gaven, beginnen te regenen,' vertelde hij mij onlangs. Toch was er een boel volk. Ik vind het leuk om aan de start van ijshockey in Nederland meegeholpen te hebben. Bij ons was het in 1910 officieel begonnen. Een paar Belgen, die in Canada gewoond hadden, legden de basis. Zij vormden de Club de Patineurs de Bruxelles. Andere sterke verenigingen waren de Etoile du Nord en de Brusselse IJshockey Club. Later kwam Antwerpen in opkomst.' Nadat de Belgen die demonstratie in 1929 gegeven hadden, was ijshockey in Haarlem populair. Er werd zelfs door scholenploegen gestreden om de Beynes-beker en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond lonkte ook naar ijshockey. Maar ook aan die strenge winter kwam een einde.